INEENS

Twee dagen terug speelde ik op de bank met K.
een potje scrabble. Een gewone woensdagavond.
Het eerste woord van K. was 'touw'.
Ik volgde met 'tijdschrift'. Toen volgde K. met
'eenzaam', 'verlaten', 'dood', 'koud', 'angst'.
Hij won.

De dag daarop kwam ik zijn nieuwe aquarium
bezichtigen. Hij stond in de gang met twee
verschillende touwen in zijn handen en vroeg:
'Welke is het stevigst?'
Ik koos het touw in zijn rechterhand.

Vanmorgen kreeg ik het telefoontje van
de moeder van K.
Zo overstuur

Lernert Engelberts, Oedipus werpt jongen (1996)